|  | 
Aankopen Stichting Vrienden Museum Noordwijk
Een overzicht van de aankopen.
-
Beeld, het geportretteerde meisje Otie van Leeuwen, van Oswald Wenckebach
-
Een deel van de aankoop van het schilderij De Vuurtoren van Noordwijk van H.F. Bieling
(1887-1964)
-
5 Vazen van Porceleinfabriek 'De Kroon'
-
Vijf tekeningen van de hand van Charlotte van Pallandt (1898 - 1997)
-
Schilderij: een gezicht op de Hoofdstraat, door Jan Hillebrand Wijsmuller (Amsterdam 1855 aldaar 1925)
-
Schilderij: Het Wilhelminahofje, door Daniël Noteboom (Rotterdam 1877 - Leiden 1943)
-
Schilderij: Schelpenvisser, door Daniël Noteboom (Rotterdam 1877 - Leiden 1943)
-
Bronzenbeeld Wilhelmina van Charlotte van Pallandt
-
Een vaas van Porceleinfabriek ‘De Kroon’
-
Tegelplaat van plateelfabriek 'Zuid-Holland'
-
Tegelplaat van Porceleyne Fles
|
Juli 2014
Op 11 juli 2014 overhandigde de voorzitter van Stichting Vrienden Museum Noordwijk, Paul Overmars, het beeld, het geportretteerde meisje Otie van Leeuwen, van de hand van Oswald Wenckebach (zie ook hieronder) aan Museum Noordwijk. Daarbij waren burgemeester Lokker en wethouder Barnhoorn van Noordwijk, alsmede een aantal Vrienden van Museum Noordwijk, een familielid van Otie van Leeuwen, leden van de aankoopcommissie en een aantal vrijwilligers van het museum aanwezig.

|
Oktober 2013

|
23 Oktober 2013 werd het schilderij De Vuurtoren van Noordwijk, (ca. 1921-1922) van de hand van H.F. Bieling (Hillegersberg 1887-Rhoon 1964), aangekocht. Een deel van de aankoop is gefinancierd door de Stichting Vrienden.
Bieling volgde zijn opleiding aan de Academie van Beeldende Kunsten te Rotterdam. Hij was tussen 1917 en 1927 lid en mede-oprichter van De Branding uit Rotterdam, een avantgardistische groepering van kunstenaars. In die periode maakte hij veel kubistisch werk. Onderwerpen waren landschappen, rivier- en zeegezichten, stillevens en personen. Bieling maakte vele reizen, o.a. naar Corsica, Bretagne, Marokko, de VS en Rome. (bron: wikipedia)
|
April 2013
In april 2013 werden 5 vazen van Porceleynfabriek 'De Kroon' te Noordwijk (1906-1910) gekocht en geschonken aan het museum. Eén vaas werd geschilderd door Johan de Vries, één door Roelof Sterken en één waarschijnlijk door Th. Leeuwendal. Voorts twee vazen gedecoreerd met een vlinder.
Porceleynfabriek 'De Kroon' (1906-1910) was een plateelfabriek van sieraardewerk in Noordwijk. Ondanks de naam heeft de fabriek nooit porselein geproduceerd.
Egbert Estié (1865-1910), bekend als de oprichter in 1898 van NV Plateelbakkerij Zuid-Holland in Gouda, heeft in 1906 Porceleynfabriek 'De Kroon' opgericht, samen met compagnon Carl Fortmann. De fabriek werd in Noordwijk gevestigd in de voormalige “stoomfabriek voor verduurzaamde levensmiddelen” de Anna. De benodigde financiering was deels afkomstig van Henri Breetvelt, die al eerder in Gouda voor Estié had gewerkt. Breetvelt ging in Noordwijk als ontwerper en plateelschilder aan de slag. Hier kreeg hij waarschijnlijk veel artistieke vrijheid en voldoende tijd om een goed product af te leveren. De fabriek is slechts vier jaar in bedrijf geweest en ging in 1910 failliet, evenals Estié en Fortmann.
Producten van deze fabriek zijn zeldzaam en zeer gezocht door verzamelaars. Ook musea hebben niet veel. Het Genootschap Oud-Noordwijk bezit een belangrijke verzameling. (bron: Wikipedia)
|
November 2012
Donderdag 15 november werd Museum Noordwijk verblijd met twee schitterende portretbeelden gemaakt door L.O.Wenckebach. De portretten werden overhandigd door de heer Paul Overmars voorzitter van de Stichting Vrienden Museum Noordwijk.

(L.O.)Oswald Wenckebach werd op 16 juni 1895 in Heerlen geboren. Hij was de zoon van Karel Frederik Wenckebach en Catharina Wenckebach-Henny.
Oswald was al vroeg geïnteresseerd in tekenen. Hij volgde dan ook twee keer per week een tekencursus aan de academie Minerva te Groningen. Op aanraden van de kunstenaar en publicist Jan Veth koos Oswald voor een opleiding tot kunstschilder. Hij gaat eerst in de leer bij zijn oom L.W.R.Wenckebach, bekend van de Verkade-albums. Later meldt hij zich aan voor de tekencursus van de School voor Kunstnijverheid in Haarlem. Van 1914 tot 1918 bezoekt Oswald de Akademie der bildenden Künste in Wenen, waar veel aandacht was voor anatomie. Hij volgt er lessen in grafische technieken. Hij specialiseert zich in de techniek van de houtsnede en maakt minstens 1 houtsnede per dag. In 1918 rondt hij zijn studie in Wenen af. (In 2014 zal Museum Noordwijk een tentoonstelling organiseren over deze houtsnedes).
Hij betrekt later dat jaar in Noordwijk aan Zee een kleine onbewoonbaar verklaarde visserswoning tegenover de kapel in de Hoofdstraat, nmr.83. Hij maakt er sieraden en gebruiksvoorwerpen en snijdt er zijn eerste beelden uit hout. In 1922 vernietigt Oswald al zijn schilderijen om zich volledig aan het beeldhouwen te wijden. In 1925 verhuist Oswald naar de Studio aan de Gooweg 38 in Noordwijkerhout. Dit wordt later het atelier van Charlotte van Pallandt. In 1928 verhuist hij naar Groot Zandhorst aan de Gooweg 40.
 
In de jaren 20 ontstaan ook de vriendschappen met kunsthistorici/-critici als Adriaan Pit, Albert Plasschaert en een dichter als Albert Verwey. Van al deze personen maakte Oswald portretten. Het portretgenre zal uiteindelijk uitgroeien tot zijn specialiteit.
Deze twee portretten die Museum Noordwijk dankzij de Stichting Vrienden Museum Noordwijk tot haar eigen collectie mag rekenen, heeft Wenckebach gemaakt in de jaren 1930 en 1932. Het zijn portretten van Albert Plasschaert en zijn derde vrouw Cor Plasschaert-Gevers. Albert Plasschaert werd geboren op 20 april 1874 in Sas van Gent en hij overleed op 9 mei 1941 in Den Haag. Na twee huwelijken, 1 van slechts 5 maanden en de ander van 13 jaar, trouwde hij in 1922 in Rijswijk met de 23-jaar jongere Cornelia Petronella Gevers. Zij was toen 25 jaar oud, hij dus 58 jaar oud. Cornelia werd geboren op 2 maart 1897 in Middelburg. Ze was de dochter van baron Frederik Hendrik Pieter Johan Gevers en Cornelia Maria Sobels. Ze overleed in augustus 1970 in Chantilly, Frankrijk. Albert en Cornelia kregen met elkaar twee kinderen, 1 meisje en 1 jongen.
Ondanks het grote leeftijdsverschil vormden ze een erg mooi en apart koppel. Het was een huishouden vol fantasie en er werd veel gelachen. Zo is bekend dat er eenden in de badkuip zwommen en er tortelduiven vrij over de tafel liepen net als de Siamese katten. De dochter van Albert en Cor had een kip als huisdier. Met deze kip, al dan niet aangelijnd, ging ze regelmatig wandelen.
Albert Plasschaert was kunstcriticus en dichter, maar ook een echte dandy. Hij was vaak te vinden in Hotel des Indes in Den Haag. Hier kwam hij regelmatig koffie drinken in het bijzijn van zijn kunstenaarsvrienden. Albert was een kleurrijk persoon, erg erudiet. Hij heeft veel relaties gehad.
Cornelia kwam uit een adellijk gezin. Ze had twee zussen. Ze stond bekend als een bloedmooie vrouw en er werd wel eens gezegd dat ze geen grammetje schoonheid voor haar zussen had achtergelaten. Ze heeft naast pianolessen ook zanglessen gegeven. Toen ze in het grote huis De Bongaerd te Rijswijk woonde, verhuurde ze ook kamers aan diplomaten en jonge vrouwen die cursussen volgden in het Huis ter Lande. Hier leefde ze van. Het geld van Cornelia gaf Albert de mogelijkheid zijn vak zonder financiële beperkingen uit te oefenen. Hier heeft hij dan ook gretig gebruik van gemaakt want hij liet zijn weduwe na zijn dood zonder 1 cent achter. Cor was in tegenstelling tot Albert veel discreter. Ondanks dit was ze toch ook een erg blij vrolijk mens.
|
april 2012
Tijdens de officiële receptie ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Genootschap "Oud Noordwijk" bood de heer Willem Baalbergen namens de Stichting Vrienden Museum Noordwijk een vijftal tekeningen van Charlotte van Pallandt aan. De tekeningen en hun certificaat van echtheid werden onder luid applaus van de aanwezige gasten door de voorzitter van het genootschap in ontvangst genomen.
|
maart 2011
Tijdens een officiële bijeenkomst op woensdag 9 maart in de Oude Raadzaal van het Gemeentehuis te Noordwijk werden de schilderijen door De Stichting Vrienden van het Museum Noordwijk onder voorzitterschap van burgemeester Groen aan het museum overhandigd. De schilderijen, afkomstig uit diverse particuliere collecties zijn door de stichting gefinancierd. Het betreft drie bijzondere schilderijen van topkwaliteit met voorstellingen uit het Noordwijk van weleer: twee dorpsgezichten en een schelpenvisser.
|

Het eerste schilderij, een gezicht op de Hoofdstraat, door Jan Hillebrand Wijsmuller (Amsterdam 1855 - 1925) met de Hervormde Kapel op de achtergrond geeft een fraai beeld van de straat zoals deze er rond 1900 uitzag. Als representant van de late Haagse School koos Wijsmuller in zijn schilderij voor een lage horizon waarbij hij de wolkenpartij en het zonlicht vrij spel geeft. Het licht weerkaatst op de witgepleisterde muren van de huisjes. Enkele figuren en wat kippen op de voorgrond stofferen het geheel. In de huisjes brandt de kachel, een rookpluim stijgt op. De in Amsterdam woonachtige Wijsmuller verbleef dikwijls in Noordwijk, waar hij inspiratie vond voor zijn werk. Het 'pittoreske' dorpje met zijn straatjes, buurtjes en de zee lokte meer kunstenaars naar de kust. Samen met de schilder Ludolf Berkemeier, die in de Hoofdstraat tegenover de kapel woonde, trok Wijsmuller eropuit om deze thema's te tekenen en later in het atelier op doek uit te werken. Ook voor dit schilderij heeft Wijsmuller gebruik gemaakt van tekeningen waarvan er enkele aanwezig zijn in de collectie van de gemeente Noordwijk, het museum en in particuliere collecties. Recent heeft het Museum Noordwijk al een andere voorstelling van de Hoofdstraat van Wijsmuller in bruikleen gekregen, zonder kapel en richting het oosten. Het beeld van de Hoofdstraat is met beide werken compleet geworden.
|

Het tweede schilderij, het Wilhelminahofje, door Daniël Noteboom (Rotterdam 1877 - Leiden 1943), kwam in september 2010 tijdens de taxatiedag in Museum Noordwijk boven tafel. Een bijzonder werk binnen het oeuvre van de kunstenaar en een unieke voorstelling voor Noordwijk. Het is zeer waarschijnlijk in opdracht geschilderd. Noteboom koos in tegenstelling tot Wijsmuller niet voor het kunstenaarsleven in de grote stad. Vanaf 1910 tot zijn dood verbleef hij in Noordwijk en legde zich dientengevolge toe op wat hij in zijn directe omgeving zag en aldaar snel en niet te duur kon verkopen. Schelpenvissers deden het goed en daarvan zijn er in Noordwijk dan ook heel wat aanwezig. Daarnaast lukte het Noteboom af en toe een opdracht te bemachtigen. Noteboom pakte groots uit als hij een opdracht kreeg. Dat zien we bijvoorbeeld goed in het Wilhelminahofje, dat met veel aandacht voor detail en lichtval is geschilderd.
|

Het derde schilderij, een schelpenvisser, eveneens van Daniël Noteboom.
Het schilderij van de schelpenvisser wordt door deskundigen als een van zijn beste werken beschouwd. De schelpenvisser poseert middenin het beeld, het portretmatig karakter, de detaillering van paard en kar en de uitgewerkte achtergrond met een tweede schelpenkar en een bootje voor toeristische uitstapjes doet ook hier een opdracht vermoeden.
Met de helderblauwe lucht, de zee en het opspattende water een 'plaatje' om te zien.
|
augustus 2010
Het Genootschap Oud Noordwijk heeft een bronzen beeld, Wilhelmina, gemaakt door beeldhouwster Charlotte van Pallandt, aangekocht. Dankzij een substantiële bijdrage van de Stichting Vrienden van Museum Noordwijk en een mooie gift van de Stichting MOBO Foundation voor het 25 jarige jubileum van de Hotels van Oranje, heeft het Museum hiermee een belangrijke uitbreiding van de kunstcollectie gerealiseerd.
|
december 2008
In december 2008 is een siervaas van Porceleynfabriek 'De Kroon' geschonken door de Vrienden. De vaas is beschilderd door de bekende plateelschilder Henri Breetvelt, met een voorstelling van een steenarend; er werd er slechts één van gemaakt. De vaas vormt dan ook een zeer waardevolle aanvulling op de bestaande plateelcollectie van het museum.
|
juli 2007

In juli 2007 is een tegelplaat van de Plateelfabriek 'Zuid-Holland' aangekocht, de haringspeetster, naar een schilderij van Bernardus Johannes Blommers
|
november 2007
November 2007 kwam het museum via de Vrienden in het bezit van een tegelplateau, kudde schapen met herder, gemaakt bij de Porceleyne Fles. Het werd geschilderd door Leon Senf naar een schilderij van Anton Mauve.
Leonardus Johannes (Leon) Senf (Delft, 11 maart 1860 – Alkmaar, 3 september 1940) was een Nederlands plateelschilder en ontwerper, werkzaam bij De Porceleyne Fles in Delft. Hij heeft meerdere jaren in Noordwijk gewoond.
Hij had een belangrijk aandeel in de ontwikkeling van het "Nieuw Delfts". Hij was naast ontwerper en schilder van sieraardewerk en tegeltableaus ook maker van bouwaardewerk, onder andere voor het Vredespaleis in Den Haag, in het Stadhuis van Rotterdam, Schouwburg in Haarlem. In zijn vrije tijd heeft hij veel getekend, geschilderd, geëtst. Een deel van zijn "vrije werk" en van zijn creaties bij De Porceleyne Fles waren van april tot september 2008 te zien op een tentoonstelling in Museum Noordwijk. (bron: Wikipedia)
|
|
 |
|  | |
|